De kans is klein dat u deze column woord voor woord zult lezen. Onze hersens hebben steeds meer moeite met feitelijk lezen, zo blijkt uit onderzoek. U heeft het ongetwijfeld voorbij zien komen op social media: de mensheid ontwikkelt Twitter-hersens.
Het hoort bij de nieuwe tijd. Ons brein heeft zichzelf een methode aangeleerd om de stortvloed aan digitale informatie snel te kunnen verwerken. We scannen woorden in plaats van te lezen, en pikken er eyebites uit. In een oogwenk bouwen we een context. Zo weten we: relevant of niet, doorlezen of niet.
Het is allemaal zeer vernuftig. Maar het heeft ook een verontrustend bijeffect: mensen hebben steeds meer moeite met teksten die zich niet lenen voor eyebites. Wereldliteratuur bijvoorbeeld. De onderzoekster die de Twitter-hersens ontdekte, vertelde hoe ze zichzelf moest dwingen een roman van Herman Hesse uit te lezen.
Herman Hesse, idool uit mijn tienerjaren, inmiddels te moeilijk voor een taalwetenschapper! Betekent dit het vaarwel aan serieuze literatuur? Nee toch? Het lezen van romans maakt ons tot rijkere mensen. Het technologisch vooraanstaande Zuid-Korea is daarvan doordrongen. Het lezen wordt er van overheidswege krachtig gestimuleerd. Er komen jaarlijks tientallen openbare bibliotheken bij. Als kinderen fictie lezen, hoeven ze minder huiswerk te doen. Wij mogen taarten bakken, in Zuid-Korea pakken kinderen steeds vaker een boek.
Met economisch succes, zeggen de Koreanen. Ze noemen het een investering in verbeelding. Romans lezen is de beste manier om creativiteit te stimuleren. En daar draait het om, nu robots steeds meer mechanisch werk voor ons gaan doen. Niet toevallig kiest juist Zuid-Korea voor deze koers.
Siddharta of Narziss en Goldmund hoeven het dus niet af te leggen tegen eyebites. Als we het Zuid-Koreaanse voorbeeld ter harte nemen, blijft er plaats voor beide.
Deze column verscheen in SER Magazine van mei 2014. Beeld: Milo.