Onlangs verzorgde ik een gesproken column over technologie en innovatie bij de Vereniging Nederlandse Ziekenhuizen. Lees hier de tekst terug.
Dames en heren,
Ik wil u graag terugvoeren naar de tweede helft van de jaren ’90, een tijd die een aantal van u zo te zien – net als ik – heel bewust heeft meegemaakt. Ik werkte in die tijd als adjunct-hoofdredacteur bij de Volkskrant. Die krant was toen zo dik vanwege de vele advertenties dat hij op zaterdag vaak niet meer door de brievenbus paste. Lezers klaagden dat ze de krant met geen mogelijkheid ‘uit’ kregen – en adverteerders die te laat waren met hun klandizie kregen resoluut te horen: de krant zit vol, volgende week misschien.
In dat klimaat bedacht ik samen met een groepje jonge honden dat het roer nodig om moest. Waarom maakten we naast die dikke Volkskrant geen dunne? Op toegankelijk tabloid formaat, alleen het belangrijkste nieuws, voor de prijs van een gulden? Zo’n Volkskrant Light zou weleens kunnen aanslaan bij een jonger publiek, dachten wij. Maar toen we ons lumineuze plan voorlegden aan de directie, reageerde die schouderophalend. Kom maar terug, zeiden ze, als je een plan hebt bedacht dat net zo’n goede marge belooft als de huidige dikkeVolkskrant.
Drie maanden later werd Nederland opgeschrikt door de komst van Metro, en even later volgde Spits, gratis tabloidkrantjes die al snel heel populair werden onder studenten en werkende jongeren. Tegelijkertijd zetten de oplages van kranten een daling in die pas recentelijk lijkt gestuit. Nog een paar jaar later stapten nagenoeg alle kranten over op tabloidformaat.
Welke les kun je hieruit trekken? Mijn voornaamste: dat een idee nooit alleen komt. De geschiedenis van de wetenschap laat het keer op keer zien: op verschillende plekken ter wereld werken creatieve geesten aan hetzelfde idee. Een vinding wordt vaak alleen aan Jantje toegeschreven, en niet ook aan Pieternel. Dat is sneu, en niet terecht, maar wel de praktijk.
Het is ook een sterk argument waarom innovatie zo belangrijk is. Als u het niet mogelijk maakt, doet een ander het wel. Niets doen is niet gratis. Het zet je op achterstand. Want anderen gaan de regels schrijven waarnaar u zich onvermijdelijk zult richten. En dan waarschijnlijk slechtgehumeurd, in plaats van vrolijk. Als vernieuwing in de lucht hangt, kun je dat maar beter aangrijpen, in plaats van afkappen.
Innovatie komt van alle kanten op uw zorginstelling af. Dat hoef ik u na vandaag niet meer te vertellen. Ik was vanmiddag bij de presentatie van Watson, een intelligent, zelflerend kennissysteem dat de specialistische zorg een ander aanzien gaat geven – fascinerend en veelbelovend.
En ook NRC Handelsblad gaf onlangs een mooi overzicht van de digitale krachten die staan te popelen om zich te ontfermen over de zorg. Naast ons aller vertrouwde Philips zijn dat technologiereuzen als Apple, Google en Samsung. Ambitieuze start ups gaan patiënten in staat stellen zelf thuis medische analyses uit te voeren. En wat te denken van onverwachte nieuwkomers? In de VS hebben supermarkt Walmart en reuzendrogist CVC zich op de markt voor gadgets gemeld. Is het een kwestie van tijd voordat Albert Heijn griepvaccinaties gaat verkopen en je bij Kruidvat je ogen kunt laten opmeten?
In zo’n krachtenveld kan het niet anders dan dat u innovatie serieus gaat aanvatten. Maar hoe doe je dat? Mijn oude directeur wil ik u niet ten voorbeeld stellen. Toen de krant begon af te kalven en het internet op kwam, besloot hij een complete stafafdeling op te tuigen. Die moest nieuwe plannen maken. Het resultaat was teleurstellend. Journalisten putten nu eenmaal liever uit hun eigen ideeën, dan dat ze suggesties overnemen van strategisch beleidsmedewerkers. En ik kan mij vergissen, maar het lijkt mij dat dit net zo geldt voor verpleegkundigen, voor artsen of andere zorgprofessionals. Er leven altijd ideeën op de werkvloer over hoe het beter kan. Het is de kunst de goede eruit te filteren en die daadwerkelijk van de grond te krijgen.
Er zijn ook bedrijven die hun innovatie organiseren in aparte centra, ver verwijderd van de dagelijkse gang van zaken. In de Londense kunstenaarswijk Whitechapel staat bijvoorbeeld zo’n bedrijfsverzamelgebouw vol met slimme ontwikkelaars die nieuwe toepassingen bedenken waar ze in de Londense City zelf niet aan toe komen. Mediabedrijven RTL en Sanoma hebben venture afdelingen opgericht die deelnemingen doen in nieuwe start ups van buiten. En u heeft vast gehoord van Rockstart, aan de Amsterdamse Prinsengracht. Slimpies uit binnen- en buitenland broeden daar die disruptieve plannen uit die straks misschien ook wel bij u de toon gaan zetten.
Het is leuk om er een kijkje te nemen. Maar is het ook een goed voorbeeld voor u? Ik vraag het mij af.
Nederland prijkt misschien niet hoog op de lijst van innovatieve landen. Maar eigenlijk is dat vreemd. Wij zijn pragmatisch, en dat is een voordeel als er veel op de schop moet. In China en Singapore zijn ze stikjaloers op de creativiteit en inventiviteit die bij ons vanzelf spreken. Zie hoe wij onze kinderen opvoeden. Wij leren ze op jonge leeftijd fietsen en laten ze op het goede moment los. Dat bevordert de creativiteit, want ze leren risico’s inschatten en initiatief nemen. Op school doen wij aan kringgesprekken in plaats van de onderlinge concurrentie op te voeren.
En ook dat helpt. Juist in teams, in samenwerking, komt de meeste nuttige vernieuwing tot stand, zo blijkt uit onderzoek. Ik weet, we zijn geneigd te denken dat innovatie het voorrecht is van unieke potentaten als Steve Jobs – een allesbehalve prettig mens, als we zijn biograaf mogen geloven. Maar dat is een misverstand. Een idee komt nooit alleen. Bovendien, de topdown benadering van Jobs zou het nooit redden in ons polderland – en als je het mij vraagt is dat maar goed ook.
Misschien mag ik u de journalistiek aanvoeren als bron van inspiratie. Overal in de media zijn in de afgelopen jaren nieuwe concepten ontstaan. Denk aan De Correspondent – dat maar liefst 30-duizend abonnees wist te werven, aanWNL, aan webtvdienst Vice, aan het tijdschrift 360. Allemaal verschillende vormen van vernieuwing. We hebben als nieuwsconsument ruimere keuze dan ooit. Dat zal voor de zorg niet anders zijn: er wordt steeds meer mogelijk, vooral dankzij nieuwe technologie.
En kijk naar de huidige Volkskrant, wat een breed palet. Apps, pdf’s, papieren krant, Volkskrant online, met een eigen identiteit. Het was en is een kwestie van zoeken en proberen. Wat werkt wel op internet, wat niet? Dat is net zozeer een kwestie van cultuur als van wat technologisch mogelijk is. Je kunt tegenwoordig naar de Volkskrant shop. Noodgedwongen, want de concurrentie zat niet stil en de winstgevendheid liep terug. Maar ook dat kan een voordeel zijn: want gebrek aan geld maakt creatief. Schaarste is een bron van innovatie. Dat is misschien nog een kleine opsteker in tijden van bezuiniging.
Beweeglijk en veranderlijk, dat is het huidige tijdsbeeld. U hoeft zelf als directie niet elke dag een nieuwe weg in te slaan – liever niet, zou ik zeggen. Maar er moet wel ruimte voor zijn, en dat is de opdracht aan u, aan het management. Geef ruim baan aan creativiteit. Opdat de jonge honden die bij u rondlopen mijn koude kermis bespaard blijven.
(Beeld via Flickr: een health-app)