Terwijl de Nederlandse financiële wereld zich mokkend neerlegt bij een inperking van de bonus, is het feest in Silicon Valley alweer in volle gang. De beursgang van Twitter maakte het management vele miljoenen rijker. Dropbox staat als volgende in de rij. Ondertussen klagen inwoners van San Francisco dat hun stad onbetaalbaar wordt. Is er dan niets nieuws onder de zon?
Tussen de financiële wereld en die van de technologie valt een interessante vergelijking te maken. Een aantal grote spelers zit elkaar op de hielen en ‘blijft dansen zolang de muziek draait’. De concurrentie is bikkelhard. Wie de verkeerde afslag neemt, is zijn leven niet zeker. Maar wie wint, baadt levenslang in het geld.
Er zijn gelukkig ook verschillen. De kans dat de belastingbetaler Google moet behoeden voor omvallen, is klein. Informatietechnologie brengt ook een andere cultuur mee. Vergelijk het machogedrag op Wall Street, zojuist nog beeldend verfilmd door Martin Scorcese, met het sprookjeshuwelijk dat Facebook-miljardair Sean Parker vorig jaar sloot, in een speciaal voor dit feest gebouwd Lord of the Rings-achtig dorp tussen de Redwoods in Canada.
Je zou hopen dat die vriendelijke cultuur zijn vertaling krijgt in het beleid van de nieuwe technologiereuzen. Het internet verbindt en bekrachtigt individuen. Digitale samenwerking is in beginsel gelijkwaardig, heel anders dan de manier waarop de financiële wereld gewend was haar klanten tegemoet te treden. Het brengt ook nieuw leiderschap mee: van schrikbewind naar coördinatie, van hiërarchie naar verbinding.
Het enige is: daar moeten de grote technologiebedrijven dan wel naar handelen. Facebook promoot delen, maar zit zelf op slot. Google wil alle informatie openbaren, maar als burger kom je hun campus niet op. Als ze de kans krijgen, maken ze elkaar af. Geen wonder dat scepsis de kop op steekt: what’s new?
Deze column verscheen in het SER-magazine van 28 januari 2014