Op een feestje trof ik twee collega-journalisten die – net als ik – de 50 voorbij zijn, en die prima boeren als zzp’er. We stelden vrolijk vast hoe prettig wij het hebben. We weten waar we goed in zijn en gelukkig is daar vraag naar. Hoe anders is dat voor jonge freelance journalisten, zeiden we. Zonder netwerk en zonder ervaring kom je veel lastiger binnen bij opdrachtgevers. Op slag daalde onze stemming.
We zien het immers om ons heen: jonge mensen die maar geen serieuze, echte baan bemachtigen. Ze krijgen een 6-maandscontract of lopen aangeklede stages. Het is de winkelbediende die zijn congé krijgt als de werkgever hem wettelijk in dienst moet nemen. Of de student die een tweede master begint, omdat niemand op haar zit te wachten.
Ontzettend jammer. Want juist aan het begin van je loopbaan heb je helderheid en vastigheid nodig om je te kunnen ontwikkelen. Dan leer je wat je wel en niet moet doen. Een vriend die een adviesbureau runt, vertelde dat een jonge sollicitant zei: ik snak naar worteling. Een metafoor voor de hele samenleving. En waarom krijgt ze dat niet? Omdat flexibel werk de gemakkelijkste weg is voor de werkgever.
Toen dacht ik: waarom draaien we het niet om? Maak het freelancen boven de 50 aantrekkelijk, en geef de vaste banen aan de jeugd. Dat is veel logischer. Juist ouderen zijn gebaat bij flexibiliteit. Het houdt ze scherp op nieuwe ontwikkelingen. Ze kunnen uren maken naar believen. En hun vaste lasten dalen als de kinderen het huis uit zijn.
Maak een vaste aanstelling dus de norm voor 40-minners en stimuleer zzp-schap bij 50-plussers. Is dat geen idee voor staatssecretaris Wiebes, nu hij zijn huiswerk voor de ZZP-wet opnieuw moet doen?
Deze column verscheen in SER Magazine van december 2016.