Parijs ligt er majestueus bij, als ik de stad eind november bezoek voor een Unesco-conferentie over journalistenveiligheid. Op de keurige Rive Gauche is (nog) geen enkel geel hesje te bekennen. De stad is haar superieure zelf. Al zal dat een paar weken later heel anders blijken te liggen…
Het gebouw van Unesco maakt ook indruk. Een open, modernistisch kantoor, ontworpen in de optimistische jaren ‘50, toen het westen echt dacht dat internationaal overleg de sleutel was tot vrede en begrip. Door de gangen bewegen zich honderden medewerkers uit alle werelddelen. Hoezeer ze onderling ook verschillen, samen stutten ze de zachte waarden van onderwijs, wetenschap en cultuur. De sfeer is voorkomend, als uit een voor Nederland vervlogen tijd. Volop ingrediënten voor een nostalgisch gevoel.
Journalistenveiligheid
Maar Unesco staat wel degelijk met beide benen in de huidige tijd. Dat hoor en zie ik ter vergadering. Meer dan 100 mensen zijn bijeen om het tweejaarlijkse rapport te bespreken over de gebrekkige veiligheid van journalisten wereldwijd. 1010 collega-journalisten bekochten in de afgelopen 12 jaar hun werk met de dood. “En dat is nog maar het aantal waar we zeker van zijn”, zegt de uit Nederland afkomstige commissievoorzitter Albana Shala. “Er zijn veel meer journalisten vermoord, maar hoeveel precies weten we niet.”
Journalisten zijn steeds vaker doelwit van criminelen. Daar kan Nederland over meepraten, nu verslaggevers van de Telegraaf en het Parool politiebescherming krijgen.
Maar niet alle lidstaten van Unesco weten hun pers zo goed te beschermen. Ook dat wordt in de vergaderzaal zonneklaar. De Chinese woordvoerder betoogt bijvoorbeeld dat journalisten zelf het risico opzoeken als ze niet ‘ethisch en objectief’ hun werk doen.
De Russen zijn nog een stukje negatiever. Ze weigeren simpelweg om de conclusies van het rapport, waarin de slachtoffers staan vermeld, te verwelkomen. Ze werpen zodoende een effectieve blokkade op voor de unanieme vaststelling van het onderzoeksrapport. Het vergt urenlang overleg in een internationale subcommissie om tot een afgezwakt compromis te komen. Zo treft obstructie doel.
Inboeten aan kracht
Voor mijn ogen zie ik hoe ons westers ideaal van journalistenvrijheid aan kracht heeft ingeboet. Het autoritaire denken rukt wereldwijd op. Het helpt niet dat de VS en Israël Unesco eind dit jaar zullen verlaten. President Trump is misschien niet de gedroomde pleitbezorger van de journalistiek, maar wie waarden als openheid en pluriformiteit wil hoeden kan eigenlijk niet zonder de VS.
Zo doemt hier voor mij onverwacht een gewetensvraag op: wil het westen echt nog op de bres voor onze waarden? Bij Unesco in Parijs proeven ze ons de nieren. Zelfs in eigen kring staat de liberale democratie ter discussie, dat is de nieuwe grootmachten niet ontgaan. Ze dwingen ons tot een overtuigd antwoord dat kan bogen op de steun van de westerse bevolking.
Er is kortom werk aan de winkel. Niks sentimental journey naar die onschuldige jaren ‘50 en ‘60. Het bezoek aan Unesco in Parijs leert mij dat we gemotiveerd aan de slag moeten met het verduidelijken, het ondersteunen en het relevant maken van onze belangrijke, vrije, humanistische waarden.