Terwijl we in Nederland elkaar weer eens in de haren vlogen over het klimaatakkoord, ging ik een weekje naar Cuba. Ik kan u dat van harte aanbevelen. Niet alleen vanwege de schilderachtige ruïne die Havana heet, of vanwege de weelderige natuur. Niet enkel vanwege de hartelijke Cubanen die elke dag lijken te nemen zoals hij komt. Maar ook om een lesje in duurzaamheid op te doen.
Een verblijf op Cuba drukt je met de neus op de feiten. Wij in het rijke westen hebben teveel, verbruiken te veel en smoren welhaast in onze overdaad. Terwijl in Cuba zuinigheid troef is, en de creativiteit bloeit. Je ziet het letterlijk op straat. Eén op de twintig auto’s staat met panne. Omstanders blikken onder de motorkap. Hoe krijgen we deze kar weer aan de praat? De handelsboycot van de VS maakt de Cubanen inventief en sociaal. Ze zitten samen in de puree, en dus helpen ze elkaar.
Dat resulteert in een opmerkelijk circulaire economie. Dankzij de boycot is Cuba afgesneden van de internationale financiële sector. Je kunt er je creditcard dus niet gebruiken. Maar belangrijker is dat je er ook geen verzekering kunt afsluiten. Niet op je auto, niet op je leven, niet op je aansprakelijkheid. Het maakt het verkeer in Cuba uitermate veilig. In Havana geen Uber-chauffeurs die fietsers omver rijden. Iedereen let op en neemt de tijd.
Cubanen zijn ook zuinig op hun spullen. Je ziet er een indrukwekkende vloot vintage Amerikaanse auto’s. Ze dateren van voor de revolutie, nu 60 jaar geleden, maar ze rijden nog steeds. Het is jammer dat het zo’n eind vliegen is naar Cuba, zodat je het klimaat belast. Maar ik heb er een les geleerd die ik graag doorgeef: vergeet je verzekering. Je gaat op slag duurzamer leven.
Deze column verscheen in SER Magazine van februari 2019.