Ik ben er nooit geweest, maar Seattle schijnt een heerlijke stad te zijn om te wonen. Mooie natuur, een prettig klimaat, welvarende burgers. Zo welvarend, dat de stad onbetaalbaar wordt voor wie niet werkt bij de hoofdkantoren van Microsoft, Starbucks of Amazon. De gevolgen worden steeds zichtbaarder. Overal tref je daklozen aan: slachtoffers van de stijgende huizenprijzen.
Dit is een typisch geval van wat de economische wetenschap ongewenste externe effecten noemt. Seattle knijpt in z’n handjes met grote werkgevers die de stad veel welvaart brengen. Maar hun beloningsbeleid ontwricht wel het sociale huisvestingsbeleid. De kosten daarvan zijn niet alleen het pakkie-an van de gemeentebegroting.
Het gemeentebestuur bedacht daarom een verrassend plan: een daklozentax. Elk bedrijf met meer dan 20 miljoen dollar winst moest 500 dollar belasting per werknemer betalen. Met dat geld zou de gemeente woningen bouwen voor daklozen, onder het mom: de vervuiler betaalt.
De bedrijven reageerden geschokt, Amazon voorop. Met 40.000 medewerkers in Seattle zou de rekening voor dit bedrijf 20 miljoen dollar bedragen. Na luidkeels protest verlaagde de gemeente de taks daarom tot 275 dollar per werknemer. Met in totaal 11 miljoen dollar nog steeds een flink bedrag. Maar afgezet tegen hun kwartaalwinst van 1,6 miljard dollar natuurlijk een schijntje.
Toch nam het bedrijf van de rijkste Amerikaan op dit moment, Jeff Bezos, hier geen genoegen mee. Als het gemeentebestuur volhardt, gaan wij op zoek naar een andere vestigingsplaats, verklaarde het bedrijf. Het bedrijf geeft alleen aan zelf bepaalde goede doelen.
Je hoort wel klagen dat de democratie niet in veilige handen is bij Donald Trump. Maar wat te denken van de ondermijnende invloed van belastingontwijkende technologiereuzen als Amazon? Ik blijf er als klant maar liever vandaan. Onze democratische rechtsstaat is er mij net iets te lief voor.
Deze column verscheen in SER Magazine van juni 2018.