Coke of andere drugs zeggen mij weinig. Ik snuif niet, en ik slik evenmin. Voor de meeste SERmagazine-lezers geldt vermoedelijk hetzelfde. Ik hou wel van een glaasje wijn. En ik ken de verlokkingen van net iets meer drinken dan goed voor je is.
Maar aan cokegebruikers kleeft iets sneus, vind ik. Mediamensen die zo graag snappy willen zijn; (semi)BN-ers die wanhopig proberen hip and happening te blijven. Ik reken daarbij ook de snelle jongens (m/v) die op de Zuidas proberen hun 80-urige werkweek op een advocatenkantoor te overleven. Allemaal mensen die zich beter willen voordoen dan ze eigenlijk zijn.
Tot voor kort dacht ik: laat ze. Als coke ze helpt overeind te blijven, wat kan het schelen? Die liberale, maar ook wat gemakzuchtige houding komt echter steeds verder onder druk te staan. Overal klinkt tegenwoordig de vraag: wat is de impact van onze consumptie? Wat gebeurt er in het voor- en natraject? Ik eet sinds kort minder vlees, en ik denk dat voor u hetzelfde geldt. De zorg om het klimaat zet de toon. Die omslag gaat razendsnel.
Je kunt erop wachten dat drugsgebruikers hiervan een tik mee krijgen. Niet uit conservatieve hoek, zoals vroeger, maar juist uit progressieve kring zal de kritiek aanzwellen. Coke trekt een spoor van geweld, corruptie en vernieling over de wereld, schreef NRC. Kun je nog genieten van een snuif als je weet dat het onschuldige mensenlevens kostte om het goedje in Nederland te krijgen?
De tijd is rijp voor een openhartige maatschappelijke discussie. Is drugsconsumptie ok? In plaats van te wachten op internationale wetgeving, moeten we hopen op de impact van social media. Mag ik alvast een suggestie doen voor een hashtag: #snuifschaamte.
Deze column verscheen in SER Magazine van april 2019.